Visie & Standpunten

  • Hij droomt van een veel kleinere overheid die veel meer samenwerkt met de markt en de samenleving om maatschappelijke doelen te bereiken.
  • Hij droomt van een overheid die zo min mogelijk aanbodgestuurd denkt en werkt en zo veel mogelijk vraag-georiënteerd handelt.

  • Vervang het gelijkheidsbeginsel in het bestuursrecht door het gelijkwaardigheidsbeginsel, zodat de overheid op maat kan en moet gaan leveren aan burgers en bedrijven
  • Er wordt teveel beleid gemaakt zodat de praktische uitvoering en overheidsorganisatie onnodig wordt belast
  • Te veel problemen van de overheid worden opgelost met meer ambtenaren en nieuwe organisaties.
  • In verhouding tot de Nederlandse economie en het niveau van welvaart en economische zelfstandigheid en zelfredzaamheid van Nederlanders, is de Nederlandse overheid veel te groot en veel te duur en veel te traag. Het is dus een denkfout en een valkuil en een discussietruc om te zeggen dat het in Nederland best goed gaat of dat het honderd jaar geleden veel slechter was of dat het in onderontwikkelde landen slechter gesteld is.
  • Het euvel blijkt echter niet makkelijk te verhelpen want een aantal factoren zorgt ervoor dat de overheid groot blijft en zelfs telkens weer opnieuw groter wordt en niet makkelijk is te reorganiseren:
    • het gelijkheidsbeginsel uit de Grondwet
    • de verouderde staatsinrichting van Nederland
    • het verouderde ambtenarenrecht en arbeidsrecht (ambtenaren kunnen niet individueel worden afgerekend op hun prestaties)
    • de juridische en politieke component in een overheidsorganisatie die verhindert dat je van de overheid een resultaatgedreven bedrijf kunt maken
    • Slecht gerealiseerde privatisering, te weten half en niet consequent
    • Te weinig excellent leiderschap binnen overheidsorganisaties
    • Er bestaan geen of onvoldoende wederzijdse afhankelijkheidsrelaties tussen de overheidsorganisaties en -afdelingen die zich met dezelfde dingen en doelen bezig houden
    • Er worden op de een of andere manier telkens nieuwe organisaties of organen opgericht die moeten zorgen voor oplossing van problemen maar die daarentegen zorgen voor weer nieuwe problemen
    • De overheid kent te vaak verticale organisatiestructuren in plaats van horizontale
    • De overheidsorganisatie past niet bij de behoeften van burgers en bedrijven. Niet de externe klant (burger en bedrijf) staat centraal bij de gemeentelijke overheid, doch de interne klant (hogere overheid – landelijk en Europees / medebewind)
    • Bij de overheid heerst een rolcultuur en dat zorgt voor proceduresturing en dus bureaucratie
    • De kloof tussen overheid enerzijds en burgers/bedrijven anderzijds is heel erg groot. Dat merkt men aan allerlei dingen, zoals bureaucratie, de overheid die op dingen controleert waarop ze eigenlijk niet moet controleren, de overheid die te veel wil helpen en het onvoldoende overlaat aan de maatschappij
    • De overheid heeft de neiging alles te willen objectiveren en zwart-wit af te willen bakenen en vertoont risicomijdend gedrag. Risico’s worden niet meer geaccepteerd. De overheid is gejuridiseerd vanwege de vanuit het gelijkheids-denken extreem doorgevoerde risicomijding.
  • Als je privatiseert, doe het dan goed oftewel consequent of doe het niet. Dus niet half
  • Introduceer allerlei vormen van informele en formele publiek-private samenwerking bij de overheid. Best practices zijn te vinden in decennia ervaring met publiek-private allianties.
  • Niet alleen concurrentie introduceren maar ook juist samenwerking met de markt introduceren. Zo informeel mogelijk en vooral niet wettelijk. Maar vooral in de uitvoering.